Er zijn 2 kwaliteitsnormen van toepassing bij mondmaskers

NEN-EN 149: 2001+A1:2009

Ademhalingsbeschermingsmiddelen – Filtrerende halfmaskers ter bescherming tegen deeltjes – Eisen, beproeving, merken

NEN-EN 14683:2019+C1:2014 of 2019

Medische gezichtsmaskers – Eisen en beproevingsmethoden

Beide methodes zijn goedgekeurd voor gebruik: Bron: Advies aan OMT betreffende Ademhalingsbeschermingsmaskers voor COVID-19 Datum:

 18-03-20 versie 3

Volgens de EN 149 norm zijn er 3 typen ademhalingbeschermingsmaskers:

FFP1 masker: dit is het laagste prestatieniveau om van een beschermingsmasker te kunnen spreken. Dit masker heeft een efficiëntie van minimaal 80% tegen partikels die door de lucht verspreid worden. De zijkant lekkage (rondom het gezicht) mag niet meer zijn dan 22%.

FFP2 masker: Is de gemiddelde categorie beschermingsmaskers en kent een efficiëntie niveau’s van 94% met een zijkant lekkage van maximaal 8%. Dit masker wordt o.a. gebruikt wanneer er sprake is van TBC. Het RIVM adviseert het gebruik van FFP2 maskers in geval van aerosolvormende handelingen zoals: bronchoscopie, cardiopulmonale reanimatie, tracheale intubatie, niet-invasieve beademing, handmatige beademing, optiflow, tracheostomie, handelingen aan het tracheostoma en uitzuigingen. 
FFP3 masker: Deze klasse biedt de hoogte bescherming en heeft een minimale efficiëntie van 99%. De zijkant lekkage mag niet meer zijn dan 2%. Dit masker wordt o.a. gebruikt bij het verwerken van chemicaliën en vluchtige stoffen.

Volgens de EN 14683 norm zijn er 4 typen chirurgische mondneusmaskers:

Type I masker: dit mondneusmasker heeft een filtratievermogen van > 95%.

Type II masker: dit mondneusmasker heeft een filtratievermogen van > 98%

Type IIR masker: dit mondneusmasker heeft een filtratievermogen van > 98% en heeft een extra vloeistofdichte laat waardoor het de “blood pressure risistant” test kan doorstaan, Deze test bepaald of het masker voldoende bescherming geeft indien er tijdens de medische handeling sprake is van een slagaderlijke bloeding. Deze maskers worden hoofdzakelijk gebruikt op de o.k.’s en tijdens zeer hoge risico behandelingen.

Type IIII masker: dit mondneusmasker heeft een filtratievermogen van > 99%

 

Let op!

Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en in het bijzonder mondneusmaskers wordt buiten het ziekenhuis alleen geadviseerd in de verpleeghuiszorg, huisartsenzorg, thuiszorg en gehandicaptenzorg waar lichamelijk ernstig zieke of zeer kwetsbare personen worden behandeld of verpleegd.

https://lci.rivm.nl/covid-19/PBMbuitenziekenhuis

Dit adviseert het RIVM

  • 15-04-2020: Het uit voorzorg gebruiken van PBM bij patiënten die geen (verdenking op) COVID-19 hebben is niet nodig en gelet op de schaarste van PBM ook niet gewenst.

Preventieve maatregelen voor zorgmedewerkers.

RIVM stelt verder dat er bij zorgmedewerkers is extra aandacht nodig is voor:
  • toepassen handhygiëne;
  • geen handen geven;
  • hoesten en niezen in de elleboog;
  • papieren zakdoekjes gebruiken;
  • juist gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) zoals schort, handschoenen, veiligheidsbril en masker
  • gebruik medische hulpmiddelen patiëntgebonden of gebruik disposables.

Advies ademhalingsbeschermingsmaskers 

Vanwege de bestaande krapte van mondmaskers is het nodig om het gebruik van mondneusmaskers aan de feitelijke risico’s aan te passen.

 

https://lci.rivm.nl/richtlijnen/covid-19#preventie

 

Zie ook de volgende bijlagen en documenten:

Om zo lang mogelijk met de krapte om te gaan, moet ook rekening worden gehouden met “verlengd en langdurig” gebruik van maskers en aanpassingen van de workflow om risicomomenten te combineren.

 

Klik hier voor de persoonlijke Beschermmiddelen voorzorgsmaatregelen van het RIVM

Regels met betrekking tot verleng gebruik van een FFP (volgens EN149) en/of chirurgisch mondmasker (volgens EN14683)

  1. Masker mag aaneengesloten gedragen worden totdat de ademhalingsweerstand te hoog wordt (3 tot 4 uur) of als het masker te nat wordt. Voor maskers volgens EN 149, de FFP2 maskers geldt dat deze tot 8 uur gedragen kunnen worden. 
  2. Maskers hoeven in tegenstelling tot handschoenen niet te worden gewisseld bij de zorg voor meerdere patiënten achter elkaar.